Gerrit de Waard
Geboren: 5 juli 1920 (Zwijndrecht)
Overleden: 30 augustus 1944 (Vught)
24 jaar
Gemeente-ambtenaar
Gerrit de Waard werd in 1920 in Zwijndrecht geboren. Hij was de oudste zoon in een gereformeerd gezin met zeven kinderen. Sinds 1940 werkte hij als gemeenteambtenaar. Eerst bij de afdeling Sociale Zaken, later bij het distributiekantoor van de gemeente Zwijndrecht. In 1942 werd de burgemeester van Zwijndrecht als gijzelaar naar Sint Michielsgestel gebracht. Zijn opvolger was A. Aeckerlin, een NSB-burgemeester. De Waard kwam verschillende malen in conflict met de nieuwe burgemeester, onder meer over het verwijderen van NSB-propaganda van de ramen van het distributiekantoor door De Waard.
Staking
In april 1943 werd bekend dat alle Nederlandse militairen zich voor krijgsgevangenschap moesten melden. Als reactie braken op verschillende plaatsen in het land stakingen uit: de April/Mei-stakingen. Ook in Zwijndrecht werd gestaakt. De burgemeester nam strenge maatregelen: alle stakers moesten worden gearresteerd en directeuren van stakende bedrijven moesten met hun personeelsadministratie op het gemeentehuis verschijnen. Het korps gemeentepolitie was niet groot genoeg om deze opdracht uit te voeren. Daarom werden ook leden van de Luchtbescherming en de Hulppolitie bij deze actie ingeschakeld. Iedereen zou een lijst krijgen met stakers die moesten worden gearresteerd. Gerrit de Waard was, als ambtenaar, ook benoemd tot lid van de Hulppolitie. In zijn aanstelling stond echter dat hij moest assisteren "in geval van luchtalarm en bominslag". Op grond hiervan weigerden Gerrit de Waard (22 jaar) en Jan van den Herik (43 jaar) de opdracht om landgenoten te arresteren.
De kogel
Beide mannen werden door de burgemeester ontboden, die in gezelschap was van twee leden van de Duitse Sicherheitsdienst. Van De Waard en Van den Herik werd geëist dat zij stakers zouden gaan arresteren, weigering betekende dat ze gefusilleerd zouden worden. De twee bleven weigeren, tot driemaal toe. Eén van de SD-ers, Hoffmann, klopte De Waard op de schouder en zei: ´Jongen, je bent toch nog veel te jong om te sterven.´ Gerrit de Waard zei dat hij het hier mee eens was. Hoffmann vroeg hem waarom hij dan geen stakers wilde ophalen, waarop De Waard zei: “omdat ik mei 1940 nog niet vergeten ben én Rotterdam.” Hoffmann werd woedend en riep dat de twee weigeraars direct ingesloten moesten worden en de kogel zouden krijgen. Gerrit de Waard en Jan van den Herik werden door politiemensen in een politiecel onder het gemeentehuis geplaatst. De volgende dag konden ze daar in het geheim door familie bezocht worden, dankzij een rechercheur en de gemeentebode. Vervolgens werden ze naar Rotterdam gebracht en verschillende malen met de dood bedreigd, maar daarna toch vrijgelaten. Dit tot grote woede van de burgemeester.
Schuilnaam Peter
De Waard dook begin mei onder en negeerde zijn oproep voor tewerkstelling in Duitsland. Een onderduikadres vond hij bij de ouders van zijn verloofde in Rotterdam. De Waard raakte betrokken bij de illegaliteit: de L.O. afdeling Rotterdam (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers) en vanaf januari 1944 in de TD-groep Rotterdam (Technische Dienst). Zijn schuilnaam was Peter. Hij begon met spionagewerk bij de Duitse verdedigingswerken in Hoek van Holland. Later begeleidde hij onderduikers naar onderduikadressen en werkte mee aan de vervalsing van persoonsbewijzen en stamkaarten. Van de Waard zette zich met name in om mensen te helpen. Hij ging uiterst voorzichtig te werk. Zijn verloofde en haar ouders wisten absoluut niet wat hij deed.
Valstrik
Op een dag meldde zich een onderduiker bij De Waard. Zijn vrouw had pas een baby, ze zaten ondergedoken op een zolderkamer, ze hadden niets. De Waard ging met hem mee en het verhaal leek te kloppen. De Waard beloofde hulp en sprak met de man een tijdstip en plaats af voor de volgende ontmoeting. De onderduiker bleek een verrader. Gerrit de Waard werd gearresteerd en op 1 augustus 1944 naar het hoofdbureau van politie gebracht: het Haagse Veer. Hier werd hij twee weken lang verhoord door de Sicherheitsdienst.
Gefusilleerd
Half augustus werd Gerrit de Waard overgebracht naar Kamp Vught. Tijdens het transport deed hij een ontsnappingspoging, die mislukte. In Vught ontmoette hij een vriend uit het verzet: Tjeerd van 't Hul, die in het kamp bij Philips werkte. Ook Gerrit de Waard werd hier tewerkgesteld. Dit leek een gunstig teken. Op 30 augustus 1944 werd de Gerrit de Waard echter met 22 andere mannen, doodgeschoten op de fusilladeplaats van kamp Vught. Hij werd 24 jaar. In juli 1945 kreeg de familie van het Rode Kruis het definitieve bericht van zijn overlijden. In Zwijndrecht is een straat naar hem genoemd.
Bronnen
- Onderzoek Mevrouw A.P. van Wuyckhuyse - de Waard
- Gemeente- en politie-archief Gemeente Zwijndrecht
- Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)
- Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)