Beeldend kunstenaar en schilder
Lucien den Arend wordt in de bezettingsjaren te Dordrecht geboren. Wanneer hij negen jaar is, emigreert de familie Den Arend (vader, moeder, Lucien) naar het zuiden van Californië, zonder echter te naturaliseren tot Amerikaans staatsburgers. Lucien doorloopt in Los Angeles de lagere en middelbare school en de universiteit van Long Beach. In 1962 keert de familie terug naar Nederland, waar vader Den Arend aan het Veerplein in Zwijndrecht, in het pand waar tot die tijd L. Bezemer zijn groentezaak dreef, later Gallery den Arend opricht.
In 1963 gaat Lucien terug naar Long Beach om aan de California State University keramiek en Russisch te studeren. De studie keramiek betreft keramische vorming in alle facetten, van vormgeving tot en met materialenkennis. Eind 1965 keert hij huiswaarts, mede door de deelname van de Verenigde Staten aan de Vietnamoorlog, waarvoor ook Lucien de oproep krijgt zich te melden bij defensie. Lucien concludeert na zijn leven in Amerika dat men in Nederland kleinschalig leeft, met name op het sociale vlak.
In 1966 studeert hij aan de Tilburgse kunstacademie verder om een akte te behalen in het kunstonderwijs. Het technische aspect van deze opleiding was van een bijzonder hoog niveau, stelt hij later zelf. In 1967 maakt hij zijn eerste werk dat bestaat uit verschillende onderdelen welke zo berekend zijn dat alle proporties hetzelfde volume hebben.
In 1968 maakt hij zijn eerste grote bronzen werk waarvan één op het Raadhuisplein heeft gestaan ("discoid form III"). Ondertussen schildert hij tussen 1966 en 1969 diverse olieverfdoeken en aquarellen, voornamelijk met Zwijndrecht of omgeving als onderwerp.
In 1969 haalt hij zijn diploma beeldhouwen aan de Rotterdamse Kunst Academie. In hetzelfde jaar start hij met lesgeven aan het Develsteincollege als leraar handenarbeid en tekenen, welk werk hij twee jaar doet.
Ook in 1969 ontvangt hij zijn eerste opdracht voor een omgevingskunstwerk, een patio met fontein voor de Dordtse Sociale Werkplaats. In 1970 wordt hij vereerd met de Drempelprijs van de Rotterdamse Kunststichting. In 1977 wordt hij benoemd tot docent beeldhouwen aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Deze functie vervult hij twee jaar. Ook geeft hij een jaar les aan de Koninklijke Academie te Den Haag in 1981. Inmiddels heeft hij al diverse (internationale) tentoonstellingen en samenwerkingen met andere kunstenaars op zijn naam staan.
Hij wordt in 1979 voor de eerste keer secretaris van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (vijf jaar) en in 1992 opnieuw. Vanaf 1984 is hij twee jaar voorzitter daarvan.
Lucien is de initiator en stuwende kracht achter de realisatie van het Beeldenpark Drechtoevers langs de Oude Maas en in het Noordpark, welke op 5 juni 1996 wordt geopend door koningin Beatrix. Het park oogst ook in het buitenland veel waardering. Een hoogtepunt ligt wel in het feit dat koningin Beatrix werk van hem selecteert voor de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 2000.
"Het middel is de boodschap"
Lucien den Arend legt zichzelf geen beperkingen op qua materiaal en techniek. Het gaat hem om de boodschap die via de meetkundige constructie en ordening te realiseren is. Soms resulteert zijn werk in verplaatsbare objecten - maar ook ontstaan zo omgevingen in het stedelijke of landschappelijke milieu. Hij werkt voornamelijk in opdracht van plaatselijke en landelijke overheden. Zo creëert hij nieuwe situaties waarin de mens betrokken wordt. Het gebied waarbinnen hij opereert ligt tussen het construeren van een concreet object en het in zijn geheel veranderen of bouwen van de stedelijke of natuurlijke omgeving. Schaal is voor hem van essentieel belang. Het beeld verhoudt zich tot de menselijke maat en vice versa. Daar waar andere beeldende kunstenaars een boodschap door middel van de inhoud van hun werk overbrengen, betrekt hij de beschouwer/betreder van het werk in een spel van lijnen vlakken en materialen. De betekenis van zijn werk wordt ontleend aan het spel.
Materialen betrekt hij uit zijn omgeving. het kan metaal, steen, water, aarde of planten betreffen; zolang hij er controle op kan blijven uitoefenen. Bomen groeien en water beweegt zolang het maar gebeurt binnen het door hem bedachte raamwerk. Sommige werken completeren hun omgeving, andere vormen een nieuwe omgeving in zichzelf. In sommige gevallen, zoals zijn Zwijndrechtse atelier, zijn de evidente functionele eisen een nieuwe uitdaging voor hem. Zijn werken bevinden zich voornamelijk in publieke en in privé collecties zowel in binnen- als in het buitenland.
Het Walburgproject in de Volgerlanden te Zwijndrecht, gerealiseerd in 1971-1973 (en uitgebreid 2000-2002) was het eerste omgevingskunstproject. Naast nationale kreeg het project ook veel internationale aandacht, omdat dit Walburgproject een voorloper van omgevingskunst werd en zo nog steeds wordt gezien. Sinds de internationale vakliteratuur dit als "precursor of environmental sculptures" beschreef, hebben kunsthistorici en groepen uit onder meer Duitsland, Groot Brittannië, Japan en de Verenigde Staten, Zwijndrecht bezocht om dit kunstwerk te zien.
Verder lag het Walburgproject, een land art project, samen met enkele andere ten grondslag aan het oprichten van een stichting voor omgevingskunst in Finland. Het is dus van het grootste belang dat het Walburgproject - nu Walburg / Volgerlandenproject - een mijlpaal voor de omgevingskunst - voor de toekomst gewaarborgd blijft. In 2000 is - met de bouw van de Volgerlanden - het kunstwerk uitgebreid.
Lucien kreeg opdracht van het Zwijndrechtse gemeentebestuur om een sculptuur te maken voor de nieuwe wijk Walburg en hij werd vrijgelaten in het kiezen van de locatie. Hij koos voor de grenslijn tussen Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht, waar hoogspanningskabels liepen. Bij mistig weer was het geluid van de elektrische stroom te horen. Aan de ene zijde richtte de hoogspanningskabels zich naar de zonsondergang en op de langste dag richtte de as van de sloot zich op de plek waar de zon opkomt. Nadat de hoogspanningsmasten waren verwijderd in de jaren tachtig, is de mast die onderdeel uitmaakt van het kunstwerk, voor de helft blijven staan. De uitbreiding van het kunstwerk in verband met de bouw van de wijk Volgerlanden toont een kruis waarvan één zijde evenwijdig loopt aan de hoogspanningskabels die er eertijds liepen.
Lucien den Arend heeft zich altijd ingezet voor het behoud van oud Zwijndrecht, maar zag dit ondanks zijn inspanningen langzaam afbrokkelen. Niet alleen zag hij de hele Ringdijkbebouwing verdwijnen, ook de laatste stukjes historie aan het Veerplein decimeerden, ondanks zijn inspanningen tot behoud. Waar mogelijk bewaarde hij zelf voorwerpen waarvan anderen het niet de moeite waard vonden. Vele daarvan doneerde hij aan De Vergulde Swaen toen hij in 2003 met zijn gezin naar Finland vertrok. Mede daardoor kan de Historische Vereniging beschikken over een aantal zaken van vroeger.
Bij zijn vertrek werd er ter ere van hem een afscheidsexpositie ingericht in De Vergulde Swaen.
In Finland is Lucien den Arend geen onbekende persoonlijkheid. In 1987 bezocht hij dat land voor het eerst, en plaatste in 1990 zijn roestvrijstalen kunstwerk "Opening the Arctic Circle" in Kemijärvi, in Lapland. In hetzelfde jaar maakte hij er een fotoregistratie van een met licht getekende constructie: "aurora borealis" op de Pyhä Tunturi een oerberg. In 1994 werd hij gevraagd een ontwerp te maken voor een kunstwerk in een park aan de Suvantoranta in Kajaani, en in 1999 gaf de gemeente Vaasa hem opdracht voor een monumentaal stalen sculptuur aan een baai in het centrum. Niet alleen bracht hij naar Finland, hij haalde er ook: zijn tweede vrouw is een Finse. Hij trouwde er in 1992. Sinds 2003 woont Lucien den Arend in Finland.
Op de meer dan 2000 pagina’s tellende website van Lucien den Arend is meer van zijn werk te zien.