Voor de inventarisatie en de beoordeling van de historische waarde van potentieel gemeentelijke monumenten zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. Bij het waarderen van de objecten is gebruik gemaakt van de standaardmethodiek van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed (RCE), onderdeel van het ministerie van OCenW. De waardering is gebaseerd op vijf hoofdcriteria, die zijn onderverdeeld in subcriteria. De hoofdcriteria zijn: Cultuurhistorisch (Situering, Architectuur, Historie); Gaafheid; Zeldzaamheid.
Deze indeling kent in totaal 18 (sub)criteria, waarvoor per criterium maximaal 5 punten worden toegekend en zodoende de maximale score per object op 90 uitkomt. Alhoewel niet op een exact wetenschappelijke wijze de cultuurhistorische waarde wordt bepaald, is het wel een betrouwbare methode om een rangorde aan te brengen in de waarde van de verschillende objecten. Het is een gangbare waarderingssystematiek die gemeentes kunnen gebruiken voor het maken van beleidsmatige keuzes.
Ook de gemeente Zwijndrecht heeft het monumentenbeleid gebaseerd op de onderzoeken waarbij de standaardmethodiek van de RCE is toegepast en heeft dit in 2017 binnen beleidsregels vastgelegd.