Het complete gemeentehuis bestaat uit een oud gedeelte uit 1932, waar op verschillende momenten (1969, 1985, 2008) nieuwe gedeeltes zijn bijgebouwd en waarvan een deel van de vernieuwingen ook al weer is gesloopt. Het oude gedeelte dat in 1932 in gebruik werd genomen heeft de status van rijksmonument verkregen.
Toen in 1930 was besloten tot het bouwen van een nieuw gemeentehuis en het bestaande raadhuis aan het Veerplein was verkocht, werd vanaf 1 maart 1931 tijdelijk onderdak gevonden in Villa Catharina op de hoek van de Rotterdamseweg en de Burg. de Bruïnelaan. Ook het politiebureau alsmede het post- en telegraafkantoor vond daar tijdelijk huisvesting.
Omdat er in de villa geen ruimte was om de raadsvergaderingen te houden, vonden deze plaats in Hotel "Het Witte Paard" aan het Veerplein 57. De Villa werd gehuurd tot 2 april 1934. Het raadhuis werd ontworpen door het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok te Rotterdam.
In een beknopte omschrijving schrijft het architectenbureau over het ontwerp: Het gebouw wendt zich naar de ruimte, die het noordwestwaarts lopende plantsoen uit het uitbreidingsplan met de Burgemeester de Bruïnelaan verbindt. Om een eigen sfeer te krijgen is het hoofdgebouw door een lage voorbouw (politie) nog van de Burgemeester de Bruïnelaan gescheiden. De smalle kop aan de Burgemeester de Bruïnelaan is als postkantoor bestemd. Aan de nieuwe pleinruimte liggen achter het postkantoor allereerst de secretarie met eigen ingangen voor personeel en voorts het meer representatieve deel dat dus de afsluiting naar en van het genoemde plantsoen vormt en ook iets hoger is dan de lange vleugel met secretarie en postkantoor. Aan de westelijke kop is de singelaanleg tot nabij het gebouw doorgetrokken, zodat dit zeer bepaald deze aanleg afsluit.
In het westelijkste bouwelement bevinden zich de kamers van de burgemeester, de secretaris en de wethouders, tegelijk kleine trouwkamer, voort wachtruimte, trap, portier enz.. Deze vertrekken worden vanuit de centrale hal bereikt waar ook de publieke ruimte voor de secretarie in uitmondt, echter toch geheel afzonderlijk van het overige deel der hal dat enige treden hoger ligt. Onder deze afdeling is de centrale verwarming en het archief ontworpen. Boven bevinden zich in het representatieve deel de raadzaal met publieke ruimte en de kamer van Burgemeester en Wethouders (tegelijk grote trouwkamer of feestzaal) waarmede een leeskamer is verbonden. De overige indeling volgt het systeem der constructie en bevat de ruimte voor de ontvanger en de bedrijven en voor de architect met zijn teken- en monsterkamer. Boven het postkantoor bevindt zich enige reserveruimte. Deze ruimte is te gebruiken als conciërgewoning of als vergaderruimte beschikbaar te stellen. Voor beide gevallen geeft de trap een geheel vrije toegang zodat dit deel afzonderlijk van het raadhuis kan blijven. Wel moet deze trap altijd tegelijk als noodtrap voor het raadhuis dienst kunnen doen. De kap wordt niet steil en de ondiepe bouw geeft een kleine zolderruimte. Elk element, elk vertrek of elke gang heeft volop en direct licht en lucht. Alle werklokaliteiten liggen nagenoeg op het zuiden en hebben dus zonlicht.
De bouw van het raadhuis wordt in december 1931 gegund aan de heer N. van Deursen uit Gorinchem voor het bedrag van Hfl. 132.441,-. Op 30 april 1930 legt burgemeester Jansen Manenschijn de eerste steen. Begin 1933 start de verhuizing, eerst het postkantoor, dan het politiebureau en maatschappelijk hulpbetoon. Als laatste het archief. Op 24 maart 1933 wordt het nieuwe gemeentehuis officieel in gebruik genomen. Met het oog op de minder gunstig economische omstandigheden bleef feestvertoon achterwege en werd alleen aan het gebouw een feestelijk karakter gegeven. Onder de genodigden bevonden zich onder anderen de Commissaris der Koningin, Jhr. Mr. Dr. H.A. Karnebeek, diverse burgemeesters, drie dames Pompe van Meerdervoort, de kunstschilder Willy Sluiter. Door bemiddeling van de directie van het Astoria-theater aan de Voorstraat in Dordrecht werd een film van de opening gemaakt, die in plaats van de bedoelde 100 a 130 meter maar liefst 223 meter lang werd (waarvoor één gulden per meter werd betaald). Vermoedelijk is van de opening ook een filmpje in het Polygoon-bioscoopjournaal vertoond.
Aan de buitenkant van een gebouw van het in de arm genomen architectenbureau, en met name de ontwerpen van Granpré Molière, is te zien wat voor functie het heeft. Dat geldt ook voor dit gemeentehuis: het oogt degelijk en betrouwbaar, duidelijk een overheidsgebouw. Waar de burgemeester werkt, zie je goed door de uitbouw bij zijn kamer. De raadzaal is makkelijk te vinden. Ook is er gebruik gemaakt van symboliek. Zo zijn de deuren van de raadzaal groter dan die van de collegekamer, ernaast (indertijd). De vloer van de gang naar de collegeleden ligt twee treden hoger dan de vloer van de werkvertrekken. Het gemeentehuis is opgetrokken uit warme donkerbruine bakstenen, gecombineerd met travertin en tufsteen. Voor de inrichting ontwierp de architect meubelen die pasten bij het gebouw. (Daarvan zijn er heden ten dage nog maar bedroevend weinig over: enkele tafels in de gang en mogelijk een zestal stoelen uit de raadzaal.) De verlichtingsornamenten werden geleverd door de firma Gispen. Dat het nieuwe gemeentehuis waarlijk een huis der gemeente was, bleek uit de geschenken:
In de raadzaal
- Een met de hand geweven wandkleed door wijlen J.A. Stoop van Zwijndrecht
- De tafel met zetels voor B&W door Jhr. Mr. E.F.M.J. Michiels van Verduijnen te 's Gravenhage
- Een handgeknoopt tapijt door het Comité uit de Burgerij
- Drie elektrische lampen door de N.V. Mij. Tot Expl. Der Vereenigde Oliefabrieken
- Twee glas-in-loodramen door N.V. Zoutziederij v/h J. de Bondt te Zwijndrecht
- De elektrische klok door C.P. Schepers
- Een wandbord van delfts blauw door Het Groene Kruis, afd. Zwijndrecht
- Twee glas-in-loodramen door burgemeester Jansen Manenschijn, wethouders Horsman en Reijers en gemeentesecretaris van der Veen
- Twee glas-in-loodramen door de gemeenteraad
- Twee glas-in-loodramen door het administratief-, technisch-, onderwijzend- en politiepersoneel der gemeente
- Twee glas-in-loodramen op de publieke tribune door G.J. Dozy te Scheveningen
In het trappenhuis
- Glas-in-loodramen door N.V. Vereenigde Chemische Fabrieken te Zwijndrecht
In de burgemeesterskamer
- Een elektrische lamp en een wandklok door N.V. Oliefabriek "Schiedam" te Zwijndrecht
En verder
- Een houtsnede van D. Nijland "Gezicht op de Oude Maas" door enige nakomelingen van wijlen A.J. Pompe van Meerdervoort
- Het kroningsschilderij van H.M. de Koningin door Ds. Rolloos en echtgenote
- Een aquarel van A. Middelhoek "Oud Zwijndrecht" door A. Middelhoek
- Schilderstuk van A. Middelhoek te Lonneker "het begin van de geordende samenleving" door de maker
- Een "stilleven" van M.L. Middelhoek te Brielle door de maker
- Een olieverfschilderij van Willy Sluiter te 's Gravenhage "Gezicht op de Maas" door Willy Sluiter
- De elektrische klok tegen de voorgevel van het raadhuis en de zilveren ambtsketen voor de burgemeester, uit het Comité uit de Burgerij
- De voorzittershamer van coromandelhout met zilverbeslag door Mr. J. Salomonson te Dordrecht
- De presentielijst voor vergaderingen van de gemeenteraad, in leder gebonden, door N.V. N. Samsom te Alphen a/d Rijn
- Een gebeeldhouwde kaartenbak van S. Middelhoek te Brielle door de maker
- Gebeeldhouwde houten tafelen met symbolische voorstelling door de Vereniging voor Chr. Volksonderwijs en voor Chr. Onderwijs en Opvoeding te Zwijndrecht
- Een gedenkboek met luxe lederen band door J. Struijk
- Drie grote vazen uit hardgebakken tegelmateriaal door de Chamotte Unie te Geldermalsen.
- Door de heer G. Los Gzn. werden tien goudenregenbomen en tien prunus pisandiebomen geschonken om te planten nabij het nieuwe raadhuis.
Na de opening wordt de volgende dag het gemeentehuis opengesteld ter bezichtiging, kosteloos voor hen die iets hadden geschonken, 25 cent voor de overige ingezetenen, waarvan de opbrengst ging naar het crisiscomité. Er waren bijna vierhonderd bezoekers.
In 1949 vertrekt de bode-conciërge uit de dienstwoning in het gemeentehuis, waardoor deze vrijkomt voor extra ruimte voor politie en secretarie. Halverwege de jaren zestig vertrok het postkantoor uit het gemeentehuis, en verhuisde naar een groter, eigen gebouw aan de Koninginneweg.
In 1969 was het raadhuis uitgebreid met een Burgerzaal (waarbij tevens een prachtige binnentuin werd gerealiseerd), en tevens was een nieuw politiebureau gebouwd. Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was dit politiebureau te combineren met een brandweerkazerne, wordt later toch besloten een aparte kazerne te bouwen. Deze verrijst op het terrein dat omsloten wordt door de Westelijke Parallelweg, Koninginneweg, Antoni van Leeuwenhoekstraat en da Costastraat en is inmiddels alweer vervangen door nieuwbouw aan de Molenvliet.
Bij de uitbreiding met het nieuwe gedeelte sprong vooral de Burgerzaal in het oog. Deze zaal, waarin tweehonderd mensen konden, had een geknikte glaswand aan de buitenzijde en was binnen samengesteld uit vele natuurproducten uit landen over heel de wereld. De glaswand kwam uit België, voor het eveneens geknikte plafond, dat met die glaswand zorgde voor "ruimtelijke bewogenheid en akoestische kwaliteit", moesten enkele cederbomen in West-Canada worden gehakt. In het wandkleed is katoen en touw uit verschillende landen verwerkt. De vloertegels waren afkomstig uit Oost-Frankrijk, de wandbetimmering van wegné uit Equatoriaal Afrika, en de donkergrijze wand bestond uit Italiaanse steentjes. Het vloerkleed voor in de zaal was gemaakt van de vachten van Marokkaanse schapen. Bij de laatste renovatie, begin 21e eeuw is de Burgerzaal weer verdwenen.
In 1985 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van een nieuwe vleugel aan de Burgemeester de Bruïnelaan, waarvoor zes huizen waren gesloopt. Dit gedeelte detoneerde heftig met het bouwwerk uit 1933. De hoofdingang werd verplaatst van het Raadhuisplein naar de Bruïnelaan, maar kort daarna ontstonden er alweer plannen deze vleugel te slopen, het originele gedeelte te restaureren en een nieuw gedeelte in stijl bij te bouwen.
Na een restauratie van een jaar werd het monumentale deel van het raadhuis in 2008 weer in gebruik genomen. In dit gedeelte zijn nu de kamers van het college van B&W gesitueerd, waarbij de voormalige raadzaal dienst doet voor trouwerijen, lezingen en recepties. HVE Architecten schrijft over deze laatst renovatie op hun website: “De restauratie was erop gericht om het bijzondere en afgewogen ontwerp van Piet Verhagen in ere te herstellen zonder de geschiedenis uit te wissen. Daarnaast moest het gebouw zoveel als mogelijk aangepast worden aan de hedendaagse eisen met betrekking tot comfort en gebruiksgemak.
Aan de buitenkant is het oorspronkelijke gevelbeeld hersteld, waarbij de sporen van de tijd in het metselwerk zichtbaar gelaten zijn. In het nieuwe ontwerp is gebruik gemaakt van de gulden snede, een ontwerpprincipe dat ten grondslag ligt aan het gehele ontwerp van het raadhuis. In tegenstelling tot het vrij sobere exterieur bleek uit onderzoek dat het interieur zeer kleurrijk was. Een nauwkeurige reconstructie resulteerde in sprankelende ruimten waarin kleuren, meubilair en glas-in-loodramen één geheel vormen. Reconstructies van verdwenen elementen, zoals de gebogen wand bij de entree en de portiersloge, zijn met eigentijdse maar passende materialen vormgegeven evenals het vaste meubilair dat door ons bureau ontworpen is volgens de verhoudingen van de gulden snede.”
Zie ook het Oude raadhuis in de Zwijndrechtse Monumenten Database, elders op deze website.