Cornelis van Beveren, die zelf heel wat Nederlandstalige verzen op zijn naam heeft staan, ontving op zijn slot onder andere de Dordtse praeceptor Pieter van Godewyck, dichter van Catsiaanse verzen. De predikant Jacobus Lydius was er eveneens gast aan huis; hij baarde in 1671 opzien met zijn anti-papistische werk Den Roomschen Uylen-Spiegel. De roemruchte Matthijs van der Merwede, heer van Clootwijk, maakte ook deel uit van de Dordtse kring. Zijn Ovidiaanse dichtwerk Uytheemsen oorlog ofte Roomse Min-triomfen, in 1651 geschreven naar aanleiding van zijn Grand Tour naar Rome, genoot grote bekendheid: wegens het vermeend zedenschendende karakter werd het werk verboden en desondanks (of: daardoor) vele malen herdrukt. Als beste der Dordtse dichters noemt Te Winkel mr. Johan Cornelisz van Someren, geboren Dordtenaar. Deze verliet in 1655 de stad om pensionaris te Nijmegen te worden; zijn verzen waren eveneens op Jacob Cats geïnspireerd. En verder niet als minste: Lambert van den Bos, de eerste vertaler van de avonturen van de dolende ridder Don Quichot, en schrijver van onder meer "Dordrechtsche Arcadia" en "Zuydt-hollandtsche Thessalia".
Andere gasten waren: de rechtsgeleerde Adriaen van Nispen, Roeland Carpentier (schepen van Dordrecht), Willem van Blijenbergh (theoloog en filosoof), en de leerling van Rembrandt, Samuel van Hoogstraten.
Het waren niet alleen mannen die in de Dordtse School de dienst uitmaakten. Van een groot aantal vrouwen weten we dat zij Develstein bezochten. Aan het hoofd van de Dordtse dichteressen stond Margaretha van Godewyck, dochter van de hiervoor genoemde Pieter van Godewyck. Zij beheerste de moderne en klassieke talen, en beoefende ook het Hebreeuws. Haar werk kenmerkt zich door een thematiek, verwant met die in Van den Bos´ werk: vaderlandse helden, koophandel en zeevaart, Frederik Hendrik, de Engelse koning Karel I, de verachte Oliver Cromwell enzovoorts. Zij werd door haar tijdgenoten vergeleken met Anna Maria van Schurman, die dikwijls in Dordt verbleef. Andere graag geziene gasten waren Agneta Colvia, Anna van Blockland, Catharina van Muylwijk, Cornelia Blanckenburg, Maria de Witt, Catharina en Wilhelmina Oem, Anna van Beverwijk en Maria Margaretha van Akerlaecken.